Het in Nieuwegein gevestigde Bunders en Partners bestaat nu 12 jaar. Bunders en Partners geeft organisatie-adviezen aan lokale (gemeentelijke) overheden. Bij Bunders en Partners werken zo’n 35 adviseurs. Deze adviseurs hebben zonder uitzondering langdurige ervaring bij gemeenten en andere overheden. Het managementteam bestaat uit Harrie Bunders (algemeen directeur, met grote belangstelling voor commerciële zaken) en Gerard Peters (‘gewoon’ directeur; Bunders noemt Peters ‘Directeur Overig’). De adviseurs worden ondersteund door een minimale staf: enkele secretariaatsmedewerkers (die ook zorg dragen voor het uitwerken van offertes), een medewerker reprografie, een part time personeelsfunctionaris, twee administrateurs en een receptionist.
Zowel Peters als Bunders weten wat advisering is: ze hebben er nu, rond hun vijfenveertigste, beide tien jaar advieservaring opzitten. Daarvoor waren beiden respectievelijk werkzaam bij de gemeente Lelystad en de provincie Drenthe. Harrie Bunders liep rond met het plan een eigen adviespraktijk te beginnen, toen hij – tijdens een congres – in Gerard Peters een geestverwant trof. Het concept waar Bunders en Partners groot mee geworden is, heet PROO (Permanente Rationalisering van de OverheidsOrganisatie). Door middel van een aan de situatie aangepast pakket van maatregelen wordt de efficiency van de interne organisatie verhoogd. Inmiddels werken 390 van de ruim 650 Nederlandse gemeenten met PROO.
Doordat Bunders en Partners dus zeer veel gemeenten en provincies van binnen kennen, is er een constante toevloed van opdrachten. Het aantal gemeenten loopt – als gevolg van de gemeentelijke herindeling – terug: over vijf jaar is het aantal gemeenten in Nederland 30% lager. Bunders en Partners fungeert ook als een soort uitzendbureau: men levert gemeenten en provincies interim management, maar ook specialisten op bepaalde terreinen als welzijnsbeleid, ruimtelijke ordening, sociaal beleid, onderwijsbeleid enzovoorts. Wanneer een klant met een dergelijke vraag komt, vervult een van adviseurs de vacature of wordt er via het uitgebreide contactennetwerk van B & P een geschikt persoon gezocht.
Een derde groep van activiteiten is de verzorging van opleidingen en trainingen voor lokale ambtenaren. In tegenstelling tot de eerste twee groepen van activiteiten, heeft Bunders en Partners een tamelijk bescheiden positie wanneer het gaat om opleiding/training. Ondanks dat dit een aantrekkelijke, groeiende markt is, lukt het Bunders en Partners niet om op dit terrein serieuze omzetstijging te realiseren.
Hoewel Bunders en Peters het razend druk hebben met de gebruikelijke directietaken, vinden ze soms nog tijd om zich met hun oude liefde, het organisatie-advieswerk bezig te houden. Zo mogen ze graag aanwezig zijn bij het aanbieden van het eindrapport aan een grote klant. Ook verzorgen ze met alle plezier een onderdeel van een training voor gemeente- of provincieambtenaren, zeker wanneer daar nog wat collega’s ‘van vroeger’ bij zitten.
Enkele adviseurs maken zich zorgen over de dominante rol van PROO in de activiteiten van Bunders en Partners. Zij vrezen de verzadiging van de markt voor dit product, en wat dan..? Van de adviseurs zijn er zo’n 20 Partner. Deze verschillen van de zogenoemde junioren in het gegeven dat zij zelf acquireren in hun uitgebreide relatienetwerk. De Partners zijn mede-eigenaar van het bedrijf. Binnen B & P bestaan dus eigenlijk ook 20 minibedrijfjes. De overige adviseurs, de junioren, werken aan opdrachten die aan Bunders en Partners worden gegund via de Partners of via een der directieleden (meestal Bunders).
De procedure is als volgt: na een intakegesprek (tussen de potentiële klant en een van de Partners) wordt door de desbetreffende Partner een globale offerte opgesteld. Deze wordt door het secretariaat verder uitgewerkt. Wanneer het contract eenmaal gesloten is, kijkt Peters welke adviseur(s) de klus kan uitvoeren, althans voor wat betreft de opdrachten die door Peters of Bunders zijn binnengehaald. De 20 Partners bepalen zelf welke junior betrokken wordt bij de uitvoering van de opdracht. Dat dit nog wel eens planningsproblemen oplevert, wordt op de koop toe genomen.
De filosofie van de Bunders en Partners-directie is dat het kantoor zo leeg mogelijk moet zijn. Bunders hierover: ‘als een adviseur hier is, kost ‘ie alleen maar geld’. De adviseurs moeten dus zo veel mogelijk hun tijd bij klanten doorbrengen. Er is weinig geregeld voor wat betreft afdelingen, taken en functies. Voor de junioren is het frustrerende gevolg van de huidige situatie dat er ten aanzien van hun loopbaanontwikkeling weinig tot niets geregeld is.
Over de verhouding tussen junioren en Partners bestaat overigens ook enige onvrede. Recentelijk nog zijn twee junioren vertrokken. Uit de exit-interviews bleek dat ze het heel frusterend vonden bij hun werk weinig ruimte te krijgen van sommige Partners. Bovendien hadden zij het gevoel vooral routinewerk toegeschoven te krijgen. Ook de betaling is in hun ogen onder de maat: vergeleken met collega’s van andere adviesbureaus een lager salaris en bovendien geen winstdeling. En dat terwijl zij (de junioren) toch degenen zijn die van dag tot dag met de klant te maken hebben. Een van de junioren haalde het voorbeeld aan van een werkconferentie die onlangs voor de provincie Noord-Brabant was georganiseerd: de junior in kwestie zorgde voor de inhoudelijke voorbereiding, de organisatie en de verslaglegging. Tijdens de conferentie echter was het een van de Partners die het verhaal hield en de discussie leidde, terwijl de junior de overhead-sheets mocht opleggen en de hand-outs uitdeelde.
Naast de bovenstaande problemen zijn er nog meer ontwikkelingen bij B & P die – ondanks de goed gevulde opdrachtenportefeuille – zorgen baren. Zo is onlangs voor de derde keer in een maand een directiesecretaresse aangenomen. De vorige twee hadden ontslag genomen. Beiden konden niet werken in een situatie die ze als ‘een rommeltje’ karakteriseerden.Verder klagen alle adviseurs dat ze het gevoel hebben bij iedere opdracht weer het wiel te moeten uitvinden: men hoort te weinig van elkaar hoe bepaalde problemen worden aangepakt. Deze situatie is niet bevorderlijk voor het vermogen nieuwe adviesproducten te ontwikkelen.
Onder de adviseurs wordt het bedrijf ook wel BBSP genoemd: Bunders, Bunders en Soms Peters. Hoewel een aantal zoals gezegd de status van Partner heeft, is er nauwelijks sprake van medezeggenschap waar het gaat om strategische zaken. Harrie bepaalt, samen met enkele getrouwen van het eerste uur, de koers van het bedrijf.
Een laatste ontwikkeling die vermeldenswaard is, is Harrie’s initiatief om een samenwerkingsverband van organisatie-adviesbureau’s van de grond te tillen. De gedachte is uiteindelijk te komen tot een ‘netwerk’ dat elkaar opdrachten kan doorspelen, nieuwe adviesproducten kan ontwikkelen, kwaliteitsgarantie kan geven enzovoorts.