Structuur

De conceptuele basis van je analyse is dat er eerst wordt gekeken naar de strategie, vervolgens naar de structuur en ontwikkelingen daarin. Daarna wordt gekeken naar de afstemming tussen mensen middelen en processen, in de wetenschap dat cultuur, groepsvorming en groepsprocessen uiterst belangrijk zijn voor het functioneren van processen in de organisatie en voor het effectueren van aanbevelingen. Gebruik de begrippen dan ook volgtijdelijk ook qua nummering bij je analyse om te bekijken of ze toepasbaar zijn gegeven de casus. Ze vormen daarmee een checklist voor je professionele verantwoording.

Als in de casus of bij de organisatie waarvoor je een adviesrapport schrijft geen organisatieschema te vinden is, probeer dan toch vanuit de tekst of via interviews bijvoorbeeld, een organisatieschema te tekenen van de huidige structuur.

Dit kan de basis vormen voor het geval het advies ook ingaat op problemen in de structuur die enerzijds een belemmering vormen voor de strategie of anderzijds de samenwerking tussen mensen middelen en processen.

En teken sowieso het toekomstige organogram als het advies een wijziging in de organisatiestructuur bevat.

  1. Tekenen van een organigramFPGM, gradaties afdeling, coördinator en comité
  2. Organisatiestructuur , Formele, informele organisatie
  3. Organisatietype Mintzbergorganisatiestelsel, lijn_stafeenheid van bevelFPGM de hoofdvorm, hoofdstructuur van een organisatie
  4. Communicatie en overleg structuur
  5. Arbeidsverdeling en coördinatiearbeidsverdeling horizontaal en verticaal
  6. Taken Bevoegdheden en Verantwoordelijkheden
  7. Verbijzondering van taken en uitbouw van structuur
  8. Bureaucratische structuur, mechanistische-organistische organisatiestelsel, organische structuur , mechanistische structuur
  9. Organieke structuurpersonele structuur
  10. Mate van homogeniteit heterogeniteit in F, P, G en M
  11. Schaalvoordelen
  12.  Staforganenhulpdienstenstafdiensten
  13. Lijn-staf-commissie-hulpdienst-organisatiematrix organisatiezuivere projectorganisatiedivisieorganisatie
  14. Divisiedirecteur,  concerndienstenStrategic Business Unit SBU’sLinking pin organisatie
  15. Taakverdeling directiesamenstelling topleiding
  16. Bestuursmodellen
  17.  Collegiaal bestuurentente structuur
  18. Assistentmanager of persoonlijk assistent
  19. Mate van spreiding t.a.v. de P- en G-oriëntatie en Bedrijfskolom
  20. De gradaties afdeling, coördinator, comité
  21. Interdependenties en coördinatievoorzieningen, coördinatie-instrumenten
  22. Taskforce
  23. Interne projectorganisatie:
  24. Implementeren van projectmatig werken
  25. Taak- en functieomschrijvingfunctievorming
  26. Werkstructurering
  27. Constituerende en dirigerende taken
  28. De breedte / diepgang van de functies gerelateerd aan de flexibiliteit van de organisatie en aan de mate van satisfactie bij de medewerkers
  29. Omspanningsvermogenspanwijdte en -diepteOndersteunende maatregelen bij overschrijden span of control.
  30. Platte organisatiestructuur en steile organisatiestructuur
  31. De verdeling van beslissingsbevoegdheden_centraal decentraal
  32. HOF-zeggenschap, (=Hierarchische, Operationele en Functionele zeggenschap)
  33. Turbulentie versus stabiele organisatieomgeving
  34. Ontwikkeling organisatiestructuuren en aard product- / martktcombinaties
  35. Groeimodel Greiner, groeifasen en crises
  36. Groeimodel Scott, fasen

Reacties zijn gesloten.