In februari 1990 zijn de broers Henk en Willem Vulmac in Amsterdam van start gegaan met de handel in tweedehands afvulmachines (poeder, vloeistof, tandpasta, zepen etc.). Zij vinden hun zaak zo langzamerhand op een organisatie lijken.Deze heeft nog steeds als doel met de opkoop en herplaatsing van gereviseerde afvulmachines een winstgevend bedrijf uit te oefenen.
In de eerste jaren stonden vooral de inkoop- en verkooptransacties centraal. Het uitgangspunt is dat de broers op de hoogte zijn dat potentiële afnemers belangstelling hebben voor bepaalde machines en dat men daarbij niet bij voorbaat uitgaat van het aanschaffen van nieuwe machines. Men had dus behoefte aan tweedehands machines. Daarom werden kontakten gelegd met producenten van nieuwe machines om te weten te komen welk aanbod er aan tweedehands machines te verwachten was. De handelsaktiviteit groeide. Er ontstond behoefte aan technische mensen om deze machines c.q. installaties te demonteren en ze op een andere plaats te installeren. Tijdens het montageproces worden zo nodig ook revisiewerkzaamheden uitgevoerd.
Bij de machines/installaties die worden opgekocht (en eerst in optie worden genomen) behoort meestal ook een handvoorraad onderdelen van die machine voor noodgevallen.
Het gehele in- en verkoopproces met de daarbij behorende technische werkzaamheden werkte in de ogen van een aantal producenten van afvulmachines zo goed dat ook zij hun tweedehands machines bij Vulmac B.V. in consignatie gaven met de opdracht om deze machines te reviseren en op te slaan. Hierdoor ontstond naast de handelsorganisatie een revisiebedrijf. In het revisiebedrijf worden dus zowel machines gereviseerd welke eigendom zijn van Vulmac B.V. als machines welke eigendom zijn van een aantal producenten. De laatste categorie betreft vooral de duurdere machines.
In de ontwikkeling van de organisatie zijn het handelsbedrijf en het revisiebedrijf steeds meer als afzonderlijke eenheden gaan werken.
In Amsterdam worden revisies voor alle soorten machines uitgevoerd. De bedrijfsleider, in feite ook de chef van de revisiewerkplaatsen 1, 2 en 3, is gelukkig een schaap met vijf poten. Hij regelt niet alleen de gehele werkopdrachtenplanning en de inzet van personen, maar reist ook de wereld rond als het door de broers Vulmac nodig wordt geacht installlaties ter plaatse in technische zin te beoordelen.
Ook de demontage- en installatieopdrachten worden door de bedrijfsleider gecoördineerd. Sommige categorieën van medewerkers binnen het revisiebedrijf zijn binnen meerdere afdelingen inzetbaar en vanuit het revisiebedrijf worden ook de demontage- en installatieploegen samengesteld om op lokatie werkzaamheden te verrichten.
In- en verkoop vinden plaats over geheel West-Europa en er is sinds enkele jaren ook een organisatie in de Verenigde Staten van Amerika. Meer en meer vinden tweedehands afvulmachines ook hun weg naar bepaalde ontwikkelingslanden.Vanuit de aktiviteiten, de kontakten met het bedrijfsleven en de producenten heeft men de markt in West-Europa in kaart en weet men welke organisatie over welke (soort) afvulmachines beschikt.
De matching van vraag en aanbod, zeker van de duurdere machines, was de kern van de activiteiten van de broers tot nu toe. De laatste jaren is de voorraad eigen machines, naast de consignatievoorraden echter meer dan evenredig toegenomen. Dat is enerzijds veroorzaakt door interessant geachte inkoopmogelijkheden van machines, -soms zelfs partijen uit bijvoorbeeld faillissementen-, en anderzijds door wat terughoudende investeringen in branches waar deze afvulmachines worden gebruikt.
Bij Vulmac B.V. betekende dat naar verhouding meer mensen van het revisiebedrijf werden ingezet voor revisiewerkzaamheden aan machines die nog niet waren verkocht. Een en ander betekent een nogal sterke toename van de kapitaalbehoefte en daardoor een meer dan evenredige stijging van de kapitaallasten.
De klanteninformatie en ook de werkopdrachten, manuren en materiaal(onderdelen)administratie zijn destijds door de administrateur opgezet. Een en ander werkt nog niet naar behoren en de automatisering vormt een nog niet beheerst proces. Het bedrijf wordt nog steeds geleid door de broers Vulmac. Van hen moet vooral worden gesteld dat ze kooplieden zijn en dat het commercieel handelen in hun beleving belangrijker is dan het management van de organisatie.
Bij de revisie worden via voorcalculatie materiaalhoeveelheden vrij nauwkeurig berekend en wordt de benodigde arbeidstijd ruw geschat. Voor overige kosten wordt met een toeslagpercentage op loon en materiaal gerekend. Nacalculatie wordt incidenteel uitgevoerd. Betrouwbare levertijden afspreken is de laatste tijd moeilijk en meer en meer worden afgesproken levertijden niet nagekomen. De werkplaatsen staan overvol en er is een toenemende vraag naar een service- en onderhoudsorganisatie zeker nu Vulmac een zo omvangrijk, geïnstalleerd machinepark bij internationaal verspreide klanten heeft staan.
De huidige organigram is:
Het organigram dient nog te worden aangevuld met de volgende opmerking: Henk Vulmac doet de commercie van Revisie Machines Groep 1 en Groep 2; Willem Vulmac behartigt de commercie van Revisie Machines Groep 3.
Bij de internationale activiteiten van het bedrijf wordt in meerdere landen samengewerkt met agenten die in het desbetreffende land goed zijn ingevoerd in branches waar afvulaktiviteiten plaatsvinden. Voorts hoort bij internationale handel natuurlijk ook de valutaproblematiek. Voor kapitaalgoederen moeten soms ook in samenspraak met banken financieringsconstructies worden opgezet.
Recentelijk merkte de accountant van Vulmac B.V. op dat “de winst opnieuw niet overeenkomstig de toegenomen aktiviteiten was gestegen”….. en ….. dat “dit wel eens aan de organisatie zou kunnen liggen”…..
Ook wees de accountant erop dat “valutarisico’s wellicht niet voldoende afgedekt zijn…….