Een project bestaat niet alleen uit uitvoerende werkzaamheden die automatisch tot de gewenste resultaten leiden. Daarom zijn naast het uitvoeringsproces nog twee andere processen nodig: projectbeheersing en projectplanning. Al die processen richten zich op meerdere aspecten. De belangrijkste zijn kwaliteit, tijd en geld.
Projectbeheersing omvat al die activiteiten die nodig zijn om een project op tijd, binnen budget en met goed resultaat af te ronden. Het heeft als doel te allen tijde controle te hebben over het project. Projectbeheersers maken dit mogelijk door de juiste sturingsinformatie te verzamelen, te verwerken en te rapporteren.
Projecten zijn dynamisch van aard en vaak afhankelijk van veranderingen in de omgeving. Daarom focust projectbeheersing zich op zaken die beheersbaar zijn voor de projectleider en het team. Factoren die de projectleider actief kan managen en waarop gestuurd kan worden.
De drie samenhangende processen zijn:
- Projectplanning – Dit proces leidt tot eisen te stellen aan het op te leveren product, tijdschema’s en begrotingen. Deze zijn richtinggevend voor het project.
- Projectbeheersing – Dit proces houdt de projectuitvoering in de gaten (kwaliteit, tijd, geld) en vergelijkt die met de kwaliteitseisen, tijdschema’s en begrotingen. Als er sprake is van afwijkingen, leidt dit tot bijsturing. Door middel van extra activiteiten wordt geprobeerd de projectuitvoering weer op het juiste spoort te krijgen.
- Projectuitvoering – Dit proces bestaat uit de feitelijke uitvoerende werkzaamheden van het project.
Bron: Keuning en Eppink, Management en Organisatie
Bron: http://pm3.markensteijn.com/projectcontrol.htm