Mate van homogeniteit / heterogeniteit in F, P, G en M

Homogeen betekent van dezelfde aard of samenstelling, heterogeen betekent ongelijksoortigheid (van Dale woordenboek).

Bijvoorbeeld: maakt een organisatie enkel één product op één manier, zoals bijvoorbeeld de CSM die enkel kristalsuiker voor in de keuken vervaardigt dan is de productie, het productieproces homogeen, maar een koekjesfabriek die honderden soorten koekjes op verschillende manieren vervaardigt is heterogeen in P.

In relatie tot FPGM gaat het er om in welke mate de F, P, G en M homogeen of heterogeen zijn. Bijvoorbeeld een grote mate van heterogeniteit in M (Markt) leidt tot de noodzaak dit in de structuur te honoreren, wellicht op een hoger niveau in de organisatie dan in de huidige organisatie het geval is.
Keuning spreekt in dit verband van homogeniteit versus heterogeniteit. Een belangrijke eerste stap in het ontwerpen van een organisatiestructuur is het vaststellen van de mate van homogeniteit/heterogeniteit zowel in P, G en M, als in F. Ook het aantal verschillende P, G, M en F speelt in dit verband een belangrijke rol. Keuning stelt dat afhankelijk van de mate van homogeniteit/heterogeniteit in de P-, G-, M- en F-dimensies ,de relatieve veranderlijkheid in de P-G-M-omgeving en van de relatieve duurzaamheid in de P-G-M-activiteiten de mate en wijze van centralisatie en decentralisatie kunnen worden bepaald. 

Bron: Keuning en Eppink, management en organisatie

Bron:https://nl.wikipedia.org/wiki/Homogeen_product

Bron: https://www.encyclo.nl/begrip/heterogeniteit

Bron: https://www.encyclo.nl/begrip/Homogeniteit

Reacties zijn gesloten.